SPMS – Secundair Progressieve MS
Dit is een fase van MS die zich ontwikkelt bij de meeste mensen die in eerste instantie de diagnose Relapsing-Remitting MS (RRMS) hebben gekregen. Het markeert een verandering in het ziekteverloop.
Waar RRMS wordt gekenmerkt door duidelijke aanvallen (schubs) gevolgd door periodes van herstel remissies), verandert dit patroon bij SPMS. Het belangrijkste kenmerk van SPMS is een geleidelijke en aanhoudende verslechtering van de neurologische functie en toenemende invaliditeit, onafhankelijk van of naast eventuele aanvallen.
Denk aan een glijdbaan in plaats van een achtbaan: Waar het bij RRMS gaat het om pieken (schubs) en dalen (remissies), treedt er bij SPMS een langzame, gestage achteruitgang op.
SPMS ontwikkelt zich vrijwel altijd uit RRMS. Na verloop van tijd (gemiddeld 10-20 jaar na de RRMS-diagnose, maar dit varieert sterk) ervaren veel mensen met RRMS een overgang naar SPMS.
In de SPMS-fase nemen de duidelijke schubs (aanvallen) vaak af in frequentie of stoppen ze helemaal.
De kern van SPMS is de geleidelijke, accumulerende toename van symptomen en invaliditeit. Dit kan zich uiten in toenemende problemen met lopen, balans, blaas- of darmfunctie, vermoeidheid en cognitieve problemen. Deze verslechtering vindt plaats, zelfs als er geen actieve schubs zijn.
SPMS kan nog steeds "actief" zijn, wat betekent dat er af en toe nog schubs optreden of dat er nieuwe laesies zichtbaar zijn op een MRI-scan, zelfs terwijl de algehele achteruitgang doorgaat. "Niet-actieve" SPMS betekent dat er geen schubs of nieuwe MRI-activiteit zijn, maar de progressie van invaliditeit zet wel door.
Waar RRMS voornamelijk wordt gedreven door ontstekingen die myelinelaagjes aanvallen, wordt de progressie bij SPMS meer geassocieerd met neurodegeneratie (verlies van zenuwcellen en zenuwvezels) en hersenkrimp (atrofie) op de lange termijn, hoewel ontsteking nog steeds een rol speelt.
Het diagnosticeren van de overgang van RRMS naar SPMS kan lastig zijn, omdat de verandering vaak geleidelijk en subtiel is. Er is geen specifieke test voor. De neuroloog stelt de diagnose op basis van:
-
Een duidelijke periode van RRMS in de voorgeschiedenis.
-
Een constante, geleidelijke toename van neurologische invaliditeit over een periode van ten minste zes maanden, onafhankelijk van schubs of andere duidelijke oorzaken.
-
Observatie van het klinische beeld over een langere tijd.
Maak jouw eigen website met JouwWeb