Pesto 

Hoe leuk is dat? Je eigen pesto maken. Pesto, ik gebruik het graag en vaak. Op een toastje, als dipsaus of in een gerecht. Wil jij het ook eens proberen? Hieronder een voorbeeld hoe. 

Rooster de 30 gr licht geroosterde pijnboompitten licht in een droge koekenpan tot ze goudbruin zijn. Laat ze afkoelen. 

Nu gaan we mengen, dat kan in een keukenmachine of met een stafmixer in een kom. Ook handig is een zgn. Vijzel. Die gebruik ik ook vaak bij o.a. sambal maken. 

Er gaan in: 50 gr verse basilicumblaadjes, 2 teentjes fijngesneden knoflook, je eerder gebakken pijnboompitten en 50 gr geraspte Parmezaanse kaas. Mix of stamp alles tot een grove pasta. 

Vervolgens voeg je 100 ml olijfolie (extra vierge) geleidelijk toe terwijl je blijft mixen of stampen, totdat je een gladde saus hebt. 

Breng het met wat zout en peper op smaak. 

Jouw pesto is nu gereed en kan gegeten of ergens in gebruikt worden. Wil je jouw pesto bewaren, gebruik dan een luchtdichte pot en zet deze in de koelkast.  

Giet een dun laagje olijfolie bovenop de pesto in de pot om verkleuring te voorkomen.  

Denk er wal aan, deze zelfgemaakte pesto is maximaal een week houdbaar!  

Vast en zeker zijn er meerdere varianties mogelijk voor de bereiding van pesto, leef je vooral uit.  Probeer bijvoorbeeld eens walnoten of cashewnoten in plaats van pijnboompitten. Gedroogde tomaten geven weer een rode kleur. Enz. Enz. Enz.