Vleesbouillon 

Een goede vleesbouillon is een veelzijdige basis voor soepen, sauzen en stoofgerechten. Natuurlijk kun je deze ook gewoon in een supermarkt kopen, maar vooral wanneer je meerdere gerechten met vlees wilt maken is het een idee om 'm zelf te maken. Hier is een klassiek recept waarmee je een rijke en smaakvolle bouillon maakt. 

Niet per se noodzakelijk is het om het vlees eerst te roosteren, dit geeft een heerlijke diepere smaak aan de bouillon. Hiervoor verwarm je de oven voor op 200 gr en leg je het vlees op een bakplaat. Rooster alles zo'n 30 a 40 minuten tot ze mooi bruin zijn. 

Maar goed, dit is optioneel en niet noodzakelijk. Over het vlees gesproken, voor een goede bouillon gebruik je 1,5 kg runderbotten (bij voorkeur mergpijpjes, schenkel of staartstuk). Doe de botten in een grote pan en voeg 3 liter koud water toe. Breng langzaam aan de kook en schuim af met een schuimspaan. 

Voeg nu de hieronder staande groenten en kruiden toe: 

1 in kwarten gesneden ui 

1 in ringen gesneden prei 

2 wortels, in plakjes 

2 stengels in stukjes gesneden bleekselderij 

2 gekneusde teentjes knoflook 

2 laurierbladeren 

5 takjes tijm 

5 takjes peterselie (mag gewoon met steeltjes) 

1 tl peper 

1 el tomatenpuree (niet indien je het vlees eerst roosterde) 

Zout naar smaak 

Laat de bouillon sudderen op een laag vuur (niet laten koken!) voor 4 tot 8 uur. Hoe langer, hoe rijker de smaak. 

Zeef de bouillon door een fijne zeef of doek en laat afkoelen. Bewaar 'm in de koelkast (tot 4 dagen) of vries in voor later gebruik. 

Deze bouillon in meer dn geschikt voor soepen zoals uiensoep of groentesoep, als sausbasis zoals jus of demi-glacé, voor toofschotels zoals boeuf bourguignon of voor een risotto.